De nieuwe NDF Voedingsrichtlijn diabetes biedt geen “one-size-fits-all”-benadering, omdat er volgens de auteurs geen optimaal voedingspatroon is dat voor iedere persoon met diabetes het beste werkt. Men acht meerdere voedingspatronen geschikt bij diabetes en dat biedt ruimte voor een voedingsadvies op maat. Zorgverleners krijgen meer vrijheid om samen met de patiënt te kijken welk voedingspatroon het beste past. De voedingstherapie zal per persoon verschillen, waarbij de volwaardigheid van het voedingspatroon altijd het uitgangspunt is.
De richtlijn vermeldt over vetten: 'Vet is een belangrijke energiebron en bevordert de opname van in vet oplosbare voedingscomponenten zoals vitamines. Vetten en oliën zijn daarnaast belangrijke bronnen van essentiële vetzuren[108]. In recente internationale richtlijnen wordt geen ideale hoeveelheid vet geadviseerd voor mensen met diabetes. De nadruk wordt gelegd op het effect van verschillend type vetzuren en verschillende vetbronnen. In het algemeen wordt de minimale behoefte aan vet geschat op 20 energieprocent[109]. Deze hoeveelheid is nodig om voldoende essentiële vetzuren binnen te krijgen, zoals linolzuur en alfalinoleenzuur. Met deze hoeveelheid krijgt iemand ook vitamine E, vitamine A en vitamine D binnen.'
De diabetes richtlijn adviseert verder zowel vetbeperkte dieten aan, als ook koolhydraatbeperkte dieten. Daarnaast het mediterrane dieet en het DASH dieet, naast eten volgens de Schijf van Vijf... 'zolang het dieet maar volwaardig is'. De richtlijn is samengesteld door een groep bestaande uit zorgprofessionals en mensen met diabetes. in het werkprogramma van de Gezondheidsraad is voor dit jaar opgenomen om ook te kijken naar voedingsadviezen voor specifieke patientengroepen.