Argent Energy: waarde scheppen

Bij biodieselproducent Argent Energy staat alles in het teken van upcycling: gebruikte oliën en vetten wordenzodanig bewerkt dat ze meer waarde krijgen. Waarde scheppen is wat duurzaamheid voor de onderneming betekent.

De Argent Energy Group is een dochteronderneming van John Swire & Sons Ltd, een internationaal opererend Brits familiebedrijf dat bijna 200 jaar geleden is opgericht en wereldwijd meer dan 130.000 mensen in dienst heeft. De Nederlandse tak van de onderneming is gevestigd in het Westelijk Havengebied in Amsterdam en heeft 90 medewerkers. Op het complex bevinden zich behalve de biodieselfabriek een onafhankelijk tankopslagbedrijf voor 110.000 m3 eetbare oliën en vetten en biodiesel (Tank Storage Argent ) en een mogelijkheid voor toeleveranciers om hun trucks en bulk tankers na aflevering van de inhoud hygiënisch te reinigen (Cleaning & Services Argent).

Biodiesel

Kernactiviteit van Biodiesel Argent is de inkoop en transformatie van gebruikte en dierlijke oliën en vetten. Daar maakt het bedrijf biodiesel van, volgens de EN14214 specificaties die daarvoor gelden. Omdat deze biodiesel wordt gemaakt van afval en residuen en het organisch materiaal in de fabriek een tweede leven krijgt, wordt het ‘tweede generatie biodiesel’ genoemd. Voor het verwerken van de organische reststromen zijn processen harmonisch op elkaar afgestemd. De afvalvetten en -oliën worden wereldwijd betrokken en jaarlijks verwerkt tot 125 miljoen liter biodiesel. De biodiesel wordt voornamelijk afgezet in Europa omdat de Renewable Energy Directive (RED) het gebruik van hernieuwbare energie, bijvoorbeeld in de vorm van biodiesel, verplicht stelt.

Schone energie

Louis Sciarli, Managing Director van Argent Energy Netherlands: “Van de grondstoffen die wij verwerken maken wij groene energie. Onze biodiesel biedt een unieke en effectieve oplossing voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Wij hebben een berekening gemaakt van de broeikasemissies van biodiesel in vergelijking met die van conventionele diesel die wordt gebruikt in de transportsector. De emissie van biodiesel is meer dan 92% lager dan die van conventionele diesel.” Bram van Santen, Sales & Trading Manager vult aan: “Onze biodiesel is daarmee één van de meest veelbelovende alternatieve brandstoffen voor de transportsector, en kan bijdragen aan de wereldwijde reductie van CO2-emissies.”

Een groene toekomst

Vanuit Amsterdam kijken de R&D-specialisten naar wat er nog meer kan worden gemaakt met de grondstoffen die worden verwerkt en de producten die worden geproduceerd. Zo wordt bijvoorbeeld onderzocht of in de toekomst ook bioplastic uit afvalstroom kan worden gemaakt en of dat kansen biedt. Bram van Santen: “We doen veel eigen onderzoek: kunnen we nog afvalstromen vinden die we kunnen opwerken tot een mooi biodieselproduct? We kijken niet alleen naar brandstof. Alle chemicaliën of plastics die op dit moment fossiele componenten bevatten, maar bijvoorbeeld ook verf, zouden we kunnen verduurzamen. Ons bedrijf investeert veel tijd in onderzoek naar nieuwe mogelijkheden.”

Andere oplossingen

Louis Sciarli: Waar we in Nederland nu ook naar kijken is hoe we de grote vetbergen die soms worden aangetroffen in rioleringen kunnen omzetten in biodiesel. Onze fabrieken in het Verenigd Koninkrijk hebben een pre-treatment facility, een voorverwerkingsstap waardoor ze vetstromen uit vetputten van hotels en restaurants kunnen behandelen. Ze zijn erin geslaagd om de grote vetbergen uit de riolen in Londen om te zetten in biodiesel. Zo lossen we meerdere problemen op: de verstopping van rioleringen én de verduurzaming van energie.

Klimaatdoelen

Louis Sciarli: “Door inventief te zijn kunnen we een belangrijke rol spelen om de klimaatdoelen van het kabinet te halen. Op dit moment ligt de focus bij het verduurzamen van transport op de weg, maar met name de scheep- en luchtvaart bieden nog veel kansen. Onze grootste uitdaging daarbij is de overheid zelf: de overheid kan de markt maken en breken. Als er geen duidelijkheid over regelgeving komt blijven investeringen uit.”


Dit artikel staat in het eerste MVO magazine van 2019. De hele editie leest u hier.

Laatst aangepast op 20 februari, 2023