Omega 6-vetten; de huidige wetenschappelijke status?!

Over omega 6 wordt veel geschreven en gediscussieerd. Sommigen waarschuwen dat omega 6-vetzuren ontstekingswaarden kunnen verhogen. Anderen vinden het een belangrijke bouwsteen in een hartvriendelijk voedingspatroon. Een systematisch review beschrijft de meest recente wetenschappelijke publicaties over de gezondheidseffecten van omega 6.

Omega 6-vetzuren

Omega 6-vetzuren zijn meervoudig onverzadigde vetzuren met een dubbele koolstofverbinding op de zesde plaats gerekend vanaf het ‘eerste’ koolstofatoom (de zuurgroep zit aan het ‘laatste’ koolstofatoom). Tot de groep omega 6-vetzuren behoren onder andere het essentiële vetzuur linolzuur (18:2), maar bijvoorbeeld ook gammalinoleenzuur (18:3) en arachidonzuur (20:4). Vrijwel alle oliën en vetten die wij consumeren bevatten omega 6-vetten, variërend van enkele grammen per 100 gram (visolie, olijfolie) tot meer dan 50% van de aanwezige vetzuren (zonnebloemolie, walnootolie) en zelfs uitschieters tot bijna 75% (saffloerolie).

Het debat

De American Heart Association schrijft in zijn meest recente voedingsaanbevelingen dat op basis van grote observationele en interventiestudies het consumeren van omega 6-vetzuren (5-10% van de totale energie) het risico op hart- en vaatziekten kan verlagen door het verbeteren van cholesterolwaarden. Anderen waarschuwen echter voor schadelijke effecten van een (te hoge) inname van omega 6-vetten als gevolg van de vorming van eicosanoïden, een complexe verzameling van mogelijk ontstekingsbevorderende hormonen.

Studie

In een recente publicatie worden de resultaten beschreven van een systematische review naar het effect van omega 6-vetzuren op het ontstaan van verschillende ziekten, waaronder ontstekingen, kanker, hart- en vaatziekten en het metabool syndroom. De onderzoekers focusten hun analyse op studies met gezonde deelnemers, gepubliceerd in de afgelopen vijf jaar. Ze identificeerden 21 relevante artikelen uit 5 databases, waarvan 12 interventiestudies en negen cohortstudies.

Resultaten

De meeste onderzoeken toonden dat arachidonzuur in de voeding niet gerelateerd was aan een toename van pro-inflammatoire cytokines of andere ontstekingsmarkers. Studies waarin wel een effect werd gezien hadden een lage bewijskracht doordat ze werden uitgevoerd met een laag aantal, niet-representatieve deelnemers. Eicosanoïden kunnen een pro-inflammatoire respons veroorzaken die de verspreiding en groei van tumorcellen kan bevorderen. Echter, grootschalige observatiestudies laten geen negatief effect van omega 6 zien, of geven zelfs een indicatie dat deze vetzuren mogelijk het ontstaan van longkanker en kanker aan de spijsverteringsorganen kunnen voorkómen. Een gunstig effect van het vervangen van verzadigd vet door omega 6-vetzuren op cholesterolwaarden werd bevestigd in verschillende interventiestudies. Zo werd verlaging van het totaal- en LDL-cholesterol gezien en verbetering in de ratio ‘totaal : HDL cholesterol’. Reviews van een aantal grote observatiestudies toonden dat een hogere inname van linolzuur het risico op overlijden door een hart- of vaatziekte kan verlagen. Bovendien verlaagde een gematigde inname van omega 6-vetzuren, met name linolzuur, het risico op het ontstaan van diabetes mellitus en chronische nierziekten, en had het positieve effecten op het spierherstel en het ontstaan van glaucoom.

Conclusie

De auteurs concludeerden dat omega 6-vetzuren gunstige effecten hebben op kanker, bloedcholesterolwaarden, diabetes, nierziekten, spierfunctie en glaucoom zonder aantoonbare negatieve ontstekingsreacties. Voedingsmiddelen met een hoog gehalte aan omega 6-vetzuren, waaronder veel plantaardige oliën, worden door voedingsautoriteiten, waaronder de Gezondheidsraad en het Voedingcentrum, dan ook gezien als een belangrijke pijler van een gezond voedingspatroon.

Zie de volledige studie hier.

Omega 6-vetten; de huidige wetenschappelijke status?!