Waarom het boycotten van palmolie geen oplossing is
In supermarkten in Frankrijk en Italië kom je soms producten tegen met de vermelding 'sans huile de palme' of 'sensa olio di palma'. In Nederland zie je zo’n ‘zonder palmolie’-claim ook steeds vaker. Is het boycotten van palmolie een goed idee?
Geen oplossing
Palmolie wordt soms geboycot vanwege misstanden als ontbossing, milieuvervuiling of sociaaleconomische problemen. De Nederlandse oliën- en vettensector is er - net als bijvoorbeeld het Wereld Natuur Fonds - van overtuigd dat het boycotten van palmolie geen oplossing is voor de problemen. Deze illustratie van het Wereld Natuur Fonds maakt duidelijk wat er gebeurt als we palmolie boycotten:
Uitleg
Als je palmolie boycot:
- Kopen bedrijven minder palmolie > waardoor de motivatie om duurzame palmolie te produceren afneemt > en palmolieproducenten op zoek gaan naar klanten die niet geïnteresseerd zijn in duurzaamheid.
- Kopen bedrijven alternatieve vetten of oliën > waarvoor mogelijk meer land nodig is om dezelfde opbrengst te krijgen > en er meer ontbossing en verlies van biodiversiteit optreedt.
Duurzame palmolie
Net als (milieu)organisaties als het Wereld Natuur Fonds, Solidaridad en IDH, the sustainable trade initiative, zet de Nederlandse oliën- en vettenindustrie zich ervoor in dat de palmolie-industrie zich economisch en sociaal duurzaam ontwikkelt. Dat wil zeggen: zonder dat dit ten koste gaat van natuur en mensen. We zijn er zeker van dat een toenemende vraag naar duurzame palmolie zorgt voor een stijging van de duurzame productie ervan. In Nederland is al een belangrijk resultaat geboekt: van alle palmolie die in 2019 door de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie is verwerkt, is 87% duurzaam geproduceerd. Daarmee is Nederland koploper in Europa.
Economische ontwikkeling
Palmolie is een belangrijke bron van inkomsten voor veel huishoudens en levert een belangrijke bijdrage aan de economieën van Indonesië en Maleisië. Een aanzienlijk deel van de wereldproductie, ongeveer 40 procent, komt van kleine palmolieboeren (of smallholders, zoals ze ook worden genoemd). De Nederlandse oliën- en vettenindustrie ondersteunt projecten die erop gericht zijn kleine boeren te helpen met het vergroten van hun productiviteit per hectare en het besparen op kosten door minder gebruik te maken van pesticides en kunstmest.
Werkstage
MVO-medewerker Thijs Pasmans werkte in 2017 drie maanden op een aantal palmolieplantages in Indonesië. Zijn werkstage diende een dubbel doel: meer inzicht krijgen in de dagelijkse gang van zaken op de plantages, en leren wat onafhankelijke boeren met kleine plantages nodig hebben om hun palmolieteelt te verduurzamen. Het eerste deel van zijn verslag is opgenomen in het juninummer van MVO Magazine. Het vervolg vind je in deze editie en het laatste artikel lees je in de november-editie. Zijn (Engelstalige) verslag in boekvorm vind je hier.