Meer licht op het mechanisme achter het effect van omega-3 vetzuren op hart- en vaatziekten
Het onderzoek
In een recente Noorse studie worden de effecten onderzocht van hoge hoeveelheden omega-3 (3 á 4 gram EPA & DHA per dag) en omega-6 (15 á 20 gram LA per dag) op de nuchtere gehaltes bloed-vet-fracties evenals op het nuchtere gehalte bloedglucose en andere HVZ-risicomarkers. De deelnemers, 38 weinig actieve mannen en vrouwen, hadden allen een verhoogde middenomtrek (abdominale obesitas) en een verschillende mate van dislipidemia (normaal en verhoogd, volgens normen van de American Heart Association). De studie had een gerandomiseerde, dubbelblinde cross-over opzet, met twee interventieperiodes van 7 weken gescheiden door een wash-outfase van 9 weken. De verschillende soorten bloedlipiden zijn lipoproteïne-subklasse-deeltjes, standaardlipiden en apolipoproteïnen.
Kwaliteit interventieonderzoek
De gehaltes aan verschillende soorten lipiden in het bloed worden beïnvloed door de vetzuursamenstelling van de voeding. Het onderzoek is een eerste randomised clinical trial (RCT) waarbij een juiste methode is toegepast om apart naar omega-3 en omega-6 uit de voeding te kijken. De studie heeft een goede opzet en de kwaliteit van de gebruikte oliën in de supplementen is goed omschreven. Belangrijk in dit experiment is zo weinig mogelijk vermenging van omega-3 met omega-6. Dat is best lastig, een olie bevat immers al snel beide type vetzuren.
Bij de interpretatie van de resultaten van deze studie moeten we nog wel voorzichtigheid betrachten. Tijdens de omega-6 suppletie steeg het energie% vet in de ingenomen voeding aanzienlijk en verminderde de eiwitinname. Tijdens de omega-3 suppletie gebeurde dit significant minder. Hierdoor had de omega-6 voeding een 2x zo hoge n6/n3 ratio. Ook vond het onderzoek plaats bij mensen met abdominale obesitas. Sommigen hiervan hadden al verhoogde bloedlipidewaardes, en in dat geval is een verlaging van de niveau’s van de vetten in het bloed makkelijker/sneller te meten. Het gevonden effect trad in deze studie echter ook op bij mensen met abdominale obesitas maar met normale bloedwaardes.
De verschillende soorten bloedlipiden
Een lipoproteïne is een verbinding van specifieke eiwitten en specifieke lipiden. Door de combinatie van lipiden en eiwitten ontstaan vetdeeltjes/vetbolletjes die oplosbaar zijn in water. De functie van lipoproteïnen is dan ook het transporteren van vetten (zoals, triglyceriden, fosfolipiden, en cholesterol) in bloedplasma. Er zijn veel verschillende soorten lipoproteïnen, die onderling verschillen in onder andere dichtheid, grootte, en de samenstelling van de lipiden en eiwitten. De buitenste schil van lipoproteïnen bestaat uit eiwitten, oftewel apolipoproteïnen. Het type apolipoproteïne bepaalt in belangrijke mate de functie van het lipoproteïne. In het bijzonder lijkt het niveau van apolipoproteïne B (apoB) - een maat voor het totale aantal atherogenische lipoproteïnedeeltjes - onafhankelijk geassocieerd met het HVZ-risico. Naast low density lipoprotein (LDL) zijn er andere lipoproteines zoals very low density lipoprotiene (VLDL), en high density lipoproteine (HDL), en deze zijn er in verschillende deeltjesgrootte. Verhoogde niveaus van grote en middelgrote VLDL's, en kleine, dichte LDL's (small dense, sdLDL's), zijn in verband gebracht met een verhoogd risico op HVZ.
Uitkomst van de studie
De studie wijst uit dat de omega-3 vetzuren EPA & DHA voornamelijk de nuchtere triglyceriden-waarden (TAG) in het bloed verlagen, terwijl het omega-6 linoleenzuur voornamelijk de cholesterol-niveaus (VLDL, LDL en HDL in verschillende deeltjesgroottes) beinvloeden. Deze veranderingen worden in verband gebracht met een verbeterd cardiometabool profiel, niet alleen bij mensen met verhoogde bloedlipide-waarden maar ook bij mensen met bloedlipide-waarden binnen het normale bereik. Deze studie ondersteunt de aanbeveling van een voeding met voldoende omega-3 én omega-6 vetzuren voor hoogrisicopatiënten met abdominale obesitas.